Weten hoe het staat met verzuim in jouw organisatie? Het Verzuimvenster geeft je inzicht.

het verzuimvenster

Hoe staat het met verzuim in jouw organisatie?

Het analyseren van verzuim in je organisatie en verbeterpunten in kaart brengen; dat is wat het Verzuimvenster doet.
Het Verzuimvenster is onderdeel van Verzuim Onder Controle; hét meest gebruiksvriendelijke online verzuimportaal.
Het geeft je in één oogopslag inzicht in verzuimcijfers van verschillende afdelingen: Hoe zijn de scores ten opzichte van elkaar? Wat gaat goed en welke zaken verdienen aandacht? We maken de analyse en stellen samen met jou het verbeterplan op.

Hoe werkt het Verzuimvenster?

Verzuim Onder Controle genereert een venster met vier (4) kwadranten. Het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie worden tegen elkaar afgezet. De meldingsfrequentie staat op de X-as en het verzuimpercentage op de Y-as. Analyse bepaalt welke onderdelen van je organisatie in één van de vier kwadranten geplaatst wordt.

Waar staan de kwadranten voor?

In Kwadrant I vallen werknemers die relatief weinig en kort verzuimen (lage meldingsfrequentie en laag verzuimpercentage). 
Onder kwadrant II vallen werknemers die relatief weinig verzuimen (lage meldingsfrequentie) maar die, áls ze verzuimen, relatief lang afwezig zijn (hoog verzuimpercentage).
Kwadrant III staat voor relatief frequent en kort verzuim (hoge meldingsfrequentie, laag verzuimpercentage).
In Kwadrant IV vallen de werknemers die vaak en lang verzuimen (hoge meldingsfrequentie, hoog verzuimpercentage).

De kwadranten toegelicht:

Het meest gunstige kwadrant is betrekkelijk weinig en kort afwezig.

Daar tegenover staan (groepen) medewerkers die zich niet vaak ziek melden, maar langdurig afwezig zijn. Bij oudere medewerkers heeft de oorzaak van dit verzuim vaak fysieke componenten in zich. In het kader van verzuimkosten houdt dit verband met salariskosten, omdat hier vervanging door tijdelijke arbeidskrachten aan de orde is.

Voor medewerkers die relatief frequent en voor korte duur niet op het werk verschijnen is de drempel waarschijnlijk lager dan die van de ‘gemiddelde’ collega. Frequent kortdurend verzuim kan de werkdruk aanzienlijk verhogen, omdat collega’s de taken van de zieke werknemer er ‘even bij moeten doen’. Dat kan weer aanleiding geven tot nog meer verzuim.

Bij medewerkers die relatief vaak en lang afwezig zijn kan het vermoeden bestaan over de ‘fit’ tussen organisatie en medewerker of, beter gezegd, het ontbreken daarvan. Kwadrant IV is het meest ongunstige kwadrant.

Welke soort interventies horen bij welk kwadrant?

Het vraagt deskundigheid om uit verzuimcijfers de juiste conclusies te trekken, kengetallen voorzien je zelden van directe antwoorden. Bovendien staan deze in de context van andere gegevens en signalen. Met onze kennis en ervaring is het mogelijk om op basis van de cijfers gericht met aandachtspunten aan de slag te gaan.

Normen per branche

De norm bij de ene branche is de andere niet. Aan de hand van CBS cijfers bepalen we voor iedere organisatie een uitgangspunt.

Tenslotte enkele voorbeelden van acties:

  • Bij veel kortdurend verzuim (laag Verzuimpercentage, hoge verzuimfrequentie) kan er sprake zijn van gemakkelijk ziek melden (lage verzuimdrempel) Ook kan het zijn dat de betreffende leidinggevenden niet adequaat invulling geven aan de verzuimbegeleiding in de eerste weken van het verzuim. Het is dan aan te raden nog eens goed naar het verzuimbeleid te kijken, bijvoorbeeld meer controle bij de verzuimmelding of leidinggevenden stimuleren tot een actiever beleid.
  • Een hoge verzuimfrequentie kan ook verwijzen naar gebrek aan positieve belangstelling en/of frustrerende arbeidsomstandigheden. De stijl van leidinggeven en werksfeer zijn hier aandachtspunten.
  • Een combinatie van hoge verzuimfrequentie en korte verzuimduur lijkt onschuldig, maar brengt toch een risico met zich mee; misschien is het binnen de afdeling gebruikelijk om af en toe even bij te komen van een te hoge werkdruk. Als enkele verzuimgevallen langdurig worden, gaat het verzuimpercentage fors omhoog. De hoge meldingsfrequentie is dan aandachtspunt, omdat dit een indicator van langdurig verzuim is.
  • Het gegeven van ‘zeer langdurend verzuim’ betekent nogal eens dat de begeleiding van het verzuim, dat langer duurt dan enkele weken, te weinig aandacht krijgt. Wordt er vanuit de organisatie voldoende vaart gezet achter het zo spoedig mogelijk re-integreren binnen of buiten de organisatie?

Wil je ook weten hoe het er voor staat bij je organisatie?

Maak vrijblijvend een afspraak